Kringspel, passes geven met meerdere ballen |
Set up: Alle spelers gaan in een kring staan rond de middencirkel zodat ze elkaar kunnen zien, niet te dicht, niet te ver. How to do it: Speler 1 geeft pass naar speler 3, speler 3 naar speler 5, speler 5 naar speler 7 en speler 7 naar speler 1. Zij blijven naar elkaar passes geven. Ondertussen wordt een tweede bal in het spel gebracht door speler 2 die passeert naar speler 4, speler 4 ontvangt de bal en geeft pass naar speler 6, speler 6 naar speler 8 en speler 8 naar speler 2. Elke speler weet dus van wie hij/zij de bal krijgt en aan wie de bal moet gegeven worden. We staan in ready-houding en tijdens het spel moeten onze voeten blijven staan (vastgeplakt aan het parket). Door met onze romp te bewegen naar de speler die we de pass geven en naar de speler van wie we de bal krijgen maken we de nodige bewegingen. Varianten: We kunnen meerdere ballen in het spel betrekken afhankelijk van het aantal spelers, drie is zeker mogelijk met 10 spelertjes, zelfs proberen met vier ballen.Bij heel veel spelertjes, uitbreiden tot 5 of 6 of 7 ballen die rondgaan. Tips: Iedereen staat steeds in de ready-houding en houdt oogcontact met de speler van wie hij/zij de bal krijgt en naar wie hij/zij de bal werpt. Gouden regels bij het passen blijven van toepassing;- geen pass geven als de medespeler jou niet aankijkt- geen ‘bananenpasses’- maak gebruik van borstpas en botspas- laat je handen de bal volgen- van de ene medespeler naar de andere kijken doe je enkel door je romp te bewegen.Heb je meerdere spelers, dan kan je twee groepen maken. Tools: Spelertjes en meerdere ballen |