Dribbelen niet dominante hand |
Staand Dribbelen Sta rechtop en begin met dribbelen op één plek. Wissel tussen je dominante en niet-dominante hand, terwijl je zorgt dat je niet naar de bal kijkt. Probeer vervolgens dribbelvariaties: Pocket Pounds: Dribbel de bal zo hard mogelijk zonder dat hij hoger komt dan je broekzak. Doe dit 50 keer per hand om balcontrole en kracht te trainen. Tussen de Benen Dribbelen: Zet één voet voor de andere en dribbel de bal in een V-vorm tussen je benen door. Verplaats de bal van je ene hand naar de andere om de techniek te verfijnen. Lopend en Rennend Dribbelen Als het staand dribbelen goed gaat, begin dan met lopen en vervolgens rennen terwijl je blijft dribbelen.Onthoud dat je de bal met één hand laat stuiteren en niet naar beneden kijkt. Varieer in snelheid –> balcontrole te verbeteren. Dribbelen Rond Pionnetjes Plaats pionnetjes op een lijn of in een willekeurig patroon en dribbel hier omheen. Wissel tussen sliden en sprinten om het gevoel van zijkant naar zijkant bewegen te trainen. Gebruik zowel je dominante als niet-dominante hand om te dribbelen. |